Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. zichtbaarheid:
  2. zichtbaar:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for zichtbaarheid from Dutch to German

zichtbaarheid:

zichtbaarheid [de ~ (v)] nomen

  1. de zichtbaarheid

Translation Matrix for zichtbaarheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
Sichtbarkeit zichtbaarheid

Related Words for "zichtbaarheid":


Wiktionary Translations for zichtbaarheid:


Cross Translation:
FromToVia
zichtbaarheid Sicht; Sichtbarkeit; Sichtverhältnisse; Sichtweite visibility — degree to which things may be seen

zichtbaar:


Translation Matrix for zichtbaar:

AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
sichtbar te zien; zichtbaar aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; detecteerbaar/kan worden gevonden; duidelijk; eenduidig; enorm; flagrant; flink; fors; ondubbelzinnig; op heterdaad; overduidelijk; zienderogen; zo klaar als een klontje; zonneklaar
ModifierRelated TranslationsOther Translations
bemerkbar bemerkbaar; herkenbaar; hoorbaar; merkbaar; tastbaar; voelbaar; waarneembaar; zichtbaar
erkennbar bemerkbaar; herkenbaar; hoorbaar; merkbaar; tastbaar; te zien; voelbaar; waarneembaar; zichtbaar duidelijk; eenduidig; flagrant; kenbaar; ondubbelzinnig; op heterdaad; overduidelijk; te kennen; zo klaar als een klontje; zonneklaar
fühlbar te zien; zichtbaar
merklich te zien; zichtbaar aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; substantieel
spürbar te zien; zichtbaar aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; substantieel
wahrnehmbar bemerkbaar; herkenbaar; hoorbaar; merkbaar; tastbaar; voelbaar; waarneembaar; zichtbaar
zu sehen te zien; zichtbaar

Related Words for "zichtbaar":


Related Definitions for "zichtbaar":

  1. wat je kunt zien1
    • de top van de berg is nu zichtbaar1

Wiktionary Translations for zichtbaar:

zichtbaar
adjective
  1. waarneembaar voor het oog
zichtbaar
adjective
  1. dem Sehen zugänglich, mit den Augen wahrnehmbar

Cross Translation:
FromToVia
zichtbaar sichtbar visible — able to be seen
zichtbaar sichtbar visible — qui peut être vu