Dutch

Detailed Translations for bijval from Dutch to German

bijval:

bijval [de ~ (m)] nomen

  1. de bijval (instemming)
    die Beistimmung; der Beifall; die Zustimmung

Translation Matrix for bijval:

NounRelated TranslationsOther Translations
Beifall bijval; instemming applaudiseren; applaus; handgeklap; klappen; open doekje; ovatie; toejuiching
Beistimmung bijval; instemming
Zustimmung bijval; instemming accoord; goedkeuring; instemmen; toestemming; welbevinden

Related Words for "bijval":


Wiktionary Translations for bijval:


bijval form of bijvallen:

bijvallen verb (val bij, valt bij, viel bij, vielen bij, bijgevallen)

  1. bijvallen (gelijk geven; steunen)
    recht geben; beifallen; beipflichten
    • beifallen verb (falle bei, fällst bei, fällt bei, fiel bei, fielt bei, beigefallen)
    • beipflichten verb (pflichte bei, pflichtest bei, pflichtet bei, pflichtete bei, pflichtetet bei, beigepflichtet)
  2. bijvallen (instemmen; rugsteunen; steunen)

Conjugations for bijvallen:

o.t.t.
  1. val bij
  2. valt bij
  3. valt bij
  4. vallen bij
  5. vallen bij
  6. vallen bij
o.v.t.
  1. viel bij
  2. viel bij
  3. viel bij
  4. vielen bij
  5. vielen bij
  6. vielen bij
v.t.t.
  1. ben bijgevallen
  2. bent bijgevallen
  3. is bijgevallen
  4. zijn bijgevallen
  5. zijn bijgevallen
  6. zijn bijgevallen
v.v.t.
  1. was bijgevallen
  2. was bijgevallen
  3. was bijgevallen
  4. waren bijgevallen
  5. waren bijgevallen
  6. waren bijgevallen
o.t.t.t.
  1. zal bijvallen
  2. zult bijvallen
  3. zal bijvallen
  4. zullen bijvallen
  5. zullen bijvallen
  6. zullen bijvallen
o.v.t.t.
  1. zou bijvallen
  2. zou bijvallen
  3. zou bijvallen
  4. zouden bijvallen
  5. zouden bijvallen
  6. zouden bijvallen
diversen
  1. val bij!
  2. valt bij!
  3. bijgevallen
  4. bijvallend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for bijvallen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
beifallen bijvallen; gelijk geven; steunen
beipflichten bijvallen; gelijk geven; steunen akkoord gaan; beamen; bevestigen; instemmen; laten; onderschrijven; permitteren; staven; toelaten
einstimmen bijvallen; instemmen; rugsteunen; steunen
recht geben bijvallen; gelijk geven; steunen

Related Words for "bijvallen":