Home ->Dictionaries ->Dutch/German ->Search: deelwoord

Dutch and German Search Results for: deelwoord

Summary

Dutch to German: more detail...

deelwoord:
- Wiktionary:
  deelwoord → Partizip, Mittelwort
  deelwoord → Partizip, Mittelwort, Partizipium

Dutch

Detailed Translations for deelwoord from Dutch to German

deelwoord: ^{(*Using Word and Sentence Splitter)}

deel: Teil; Stück; Anteil; Bestandteil; Element; Segment; Teilchen; Glied; Bruchteil; Abschnitt; Erbe; Nachlaß; Vermächtnis; Erbschaft; Hinterlassenschaft; Erbstück; Erbteil; Bund; Druck; Auflage; Band; Ausgabe; Auflegung; Dreschboden; Kachel
woord: Wort
delen: trennen; teilen; gliedern; scheiden; aufteilen; aufgliedern; dividieren; Teile; Stücke; Portionen; Partien; Segmente; versenden; freigeben

Wiktionary Translations for deelwoord:

deelwoord

noun

taalkunde|nld vorm van het werkwoord die bijvoeglijk en/of in combinatie met een hulpwerkwoord gebruikt wordt
- deelwoord → Partizip

deelwoord

noun

Linguistik: infinites Verb, die als Teil des Prädikats oder als Adjektiv verwendet werden kann. Die Bezeichnung Partizip weist darauf hin, dass es an den Eigentümlichkeiten des Verbs und denen des Adjektivs gleichzeitig partizipiert, also gewissermaßen als [[Mit
- Partizip → deelwoord
Grammatik: deutsche Bezeichnung für Partizip
- Mittelwort → deelwoord

Cross Translation:

From	To	Via
• deelwoord	→ Partizip	↔ participle — verb form
• deelwoord	→ Mittelwort; Partizip; Partizipium	↔ participe — (grammaire, fr) Forme verbale ainsi appeler parce qu’elle participe à la fois de la nature du verbe et de celle de l’adjectif.