Home ->Dictionaries ->Dutch/German ->Search: kleinering

Dutch and German Search Results for: kleinering

Summary

Dutch to German: more detail...

kleinering:
- Abwertung; Herabsetzung; Erniedrigung
Wiktionary:
- kleinering → Degradierung, Degeneration, Rückbildung, Entartung, Erniedrigung

Dutch

Detailed Translations for kleinering from Dutch to German

kleinering:

kleinering [de ~ (v)] nomen

de kleinering (denigrering)
die Abwertung; die Herabsetzung; die Erniedrigung
- Abwertung [die ~] nomen
- Herabsetzung [die ~] nomen
- Erniedrigung [die ~] nomen

Translation Matrix for kleinering:

Noun	Related Translations	Other Translations
Abwertung	denigrering; kleinering	afschrijving; afwaardering; devaluatie; ontwaarding; waardevermindering
Erniedrigung	denigrering; kleinering	deemoediging; vernedering
Herabsetzung	denigrering; kleinering	aftrek; aftrekking; baisse; deductie; deflatie; degradatie; disconto; korting; ontering; prijsdaling; prijsverlaging; reductie; salarisverlaging; terugzetting; verlaging; vermindering

Related Words for "kleinering":

kleineringen

Wiktionary Translations for kleinering:

Cross Translation:

From	To	Via
• kleinering	→ Degradierung; Degeneration; Rückbildung; Entartung; Erniedrigung	↔ abaissement — action d’abaisser, de s’abaisser, ou résultat de cette action.

German

Detailed Translations for kleinering from German to Dutch

kleinering: ^{(*Using Word and Sentence Splitter)}

Kleine: kleine; jongetje; kleine jongen; peuter; worm; kleintje; dreumes; uk; klein kind; wurm; hummel; jochie; klein jongetje
Ring: ring; soort sieraad; rondje; cirkel; kring; circus; kringel; kringvormig; krans; kransje; cirkelvorm; kralenkrans