Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. zenit:
  2. Wiktionary:
German to Dutch:   more detail...
  1. Zenit:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for zenit from Dutch to German

zenit:

zenit [het ~] nomen

  1. het zenit (hoogtepunt; toppunt; piek; top)
    der Höhepunkt; die Spitze
  2. het zenit
    der Zenit

Translation Matrix for zenit:

NounRelated TranslationsOther Translations
Höhepunkt hoogtepunt; piek; top; toppunt; zenit climax; culminatie; hoogst bereikbare punt; hoogste ladder; hoogtepunt; orgasme; top
Spitze hoogtepunt; piek; top; toppunt; zenit aanvoeren; aanvoering; bergspits; bergtop; bovenkant; bovenzijde; culminatie; eerste plaats; franje; gevel; helmpluim; hoogst bereikbare punt; hoogst haalbare; hoogste punt; hoogtepunt; kant; kantkloswerk; kantwerk; leiding; passement; passementerie; piek; pluim; pui; punt; summum; tonsuur; top; toppunt; torenspits; uitsteeksel; versierende omzoming; versiering van rafels; voorgaan; voorgevel; voorsprong; voorzijde
Zenit zenit culminatie

Wiktionary Translations for zenit:

zenit
noun
  1. het denkbeeldige punt loodrecht omhoog aan de hemelkoepel

Cross Translation:
FromToVia
zenit Zenit zenith — astronomy: highest point reached by a celestial body



German

Detailed Translations for zenit from German to Dutch

Zenit:

Zenit [der ~] nomen

  1. der Zenit (Höhepunkt; Gipfel; Spitze; höchster Punkt)
    de culminatie
  2. der Zenit
    het zenit

Translation Matrix for Zenit:

NounRelated TranslationsOther Translations
culminatie Gipfel; Höhepunkt; Spitze; Zenit; höchster Punkt
zenit Zenit Höhepunkt; Spitze

Synonyms for "Zenit":


Wiktionary Translations for Zenit:

Zenit
noun
  1. het denkbeeldige punt loodrecht omhoog aan de hemelkoepel

Cross Translation:
FromToVia
Zenit zenit zenith — astronomy: highest point reached by a celestial body