Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. obsessie:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for obsessie from Dutch to German

obsessie:

obsessie [de ~ (v)] nomen

  1. de obsessie (bezetenheid)
    die Besessenheit; die Leidenschaft
  2. de obsessie (dwanggedachte; dwangvoorstelling)
    die Obsession; der Fimmel; die Zwangvorstellung; die Fixierung

Translation Matrix for obsessie:

NounRelated TranslationsOther Translations
Besessenheit bezetenheid; obsessie
Fimmel dwanggedachte; dwangvoorstelling; obsessie dwangvoorstelling; idee-fixe; manie; overdreven voorliefde; pathologische opgewondenheid
Fixierung dwanggedachte; dwangvoorstelling; obsessie dwangvoorstelling; fixatie; gefixeerdheid; idee-fixe
Leidenschaft bezetenheid; obsessie aandrift; drift; genoegen; genot; gloed; hartstocht; hartstochtelijkheid; instinct; jool; leut; lust; overgave; passie; plezier; pret; seksuele begeerte; vurigheid; vuur; wellust
Obsession dwanggedachte; dwangvoorstelling; obsessie dwangvoorstelling; fixatie; gefixeerdheid; idee-fixe
Zwangvorstellung dwanggedachte; dwangvoorstelling; obsessie dwangvoorstelling; idee-fixe

Related Words for "obsessie":

  • obsessies

Wiktionary Translations for obsessie:

obsessie
  1. von etwas so begeistert sein, dass man der Tätigkeit unaufhörlich mit großer Leidenschaft nachgeht

Cross Translation:
FromToVia
obsessie Last; Kreuz incubus — oppressive thing or person; a burden
obsessie fixe Idee obsession — compulsive or irrational preoccupation
obsessie Besessenheit obsession — unhealthy fixation