Dutch

Detailed Translations for bedroefdheid from Dutch to German

bedroefdheid:

bedroefdheid [de ~ (v)] nomen

  1. de bedroefdheid
    die Betrübnis; die Traurigkeit

Translation Matrix for bedroefdheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
Betrübnis bedroefdheid droefheid; treurigheid
Traurigkeit bedroefdheid depressie; droefgeestigheid; droefheid; drukminimum; gedeprimeerdheid; lagedrukgebied; melancholie; neerslachtigheid; somberheid; treurigheid; zwaarmoedigheid

Related Words for "bedroefdheid":



bedroefd:


Translation Matrix for bedroefd:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
betrübt bedroefd; droef; droevig; verdrietig bedrukt; behept; bekommerd; bezorgd; gedrukt; godgeklaagd; hemeltergend; kommerlijk; kommervol; mismoedig; moedeloos; pessimistisch; ten hemel schreiend; terneergeslagen; vol met zorgen; zeer ergerlijk
gedrückt bedroefd; droef; droevig; verdrietig bedrukt; donker; duister; gedrukt; kommervol; mismoedig; moedeloos; naargeestig; onverlicht; somber; terneergeslagen; triest; troosteloos; vol met zorgen; zwaarmoedig
schwermütig bedroefd; droef; droevig; verdrietig droefgeestig; kommervol; melancholisch; naargeestig; somber; triest; troosteloos; vol met zorgen; zwaarmoedig
traurig bedroefd; droef; droevig; verdrietig pessimistisch; rouwig; terneergeslagen; treurig; verdrietig
trüb bedroefd; droef; droevig; verdrietig beslagen; dof; donker; drabbig; druilerig; duister; flauw; glansloos; kommervol; mat; met neerslag; miezerig; mistig; naargeestig; nat; nevelachtig; niet duidelijk; niet helder; onduidelijk; onhelder; onklaar; onverlicht; onzuiver; regenachtig; rouwig; somber; treurig; triest; troebel; troebelachtig; troosteloos; vaag; vaag zichtbaar; vagelijk; verdrietig; vol met zorgen; wazig; wollig; zwaarmoedig
trübselig bedroefd; droef; droevig; verdrietig droefgeestig; kommervol; melancholisch; naar; naargeestig; pessimistisch; somber; terneergeslagen; triest; troosteloos; vol met zorgen; zwaarmoedig
trübsinnig bedroefd; droef; droevig; verdrietig afgedrukt; gedrukt; kommervol; naar; naargeestig; pessimistisch; rouwig; somber; terneergeslagen; treurig; triest; troosteloos; verdrietig; vol met zorgen; zwaarmoedig
verdrießlich bedroefd; droef; droevig; verdrietig brommerig; futloos; gebelgd; gepikeerd; geprikkeld; helaas; jammer; jammer genoeg; kommervol; kortaf; korzelig; lamlendig; landerig; misnoegd; mopperig; naargeestig; ontevreden; ontstemd; snauwend; sneu; somber; spijtig; triest; troosteloos; verstoord; vervelend; vol met zorgen; wrevelig; zwaarmoedig

Related Words for "bedroefd":