Summary
Dutch to German: more detail...
- ontkrachten:
-
Wiktionary:
- ontkrachten → widerlegen, entkräften, schwächen, [[bedeutungslos machen]], verdrießen, verweichlichen, ermüden
Dutch
Detailed Translations for ontkrachten from Dutch to German
ontkrachten:
-
ontkrachten (weerleggen; ontzenuwen)
Conjugations for ontkrachten:
o.t.t.
- ontkracht
- ontkracht
- ontkracht
- ontkrachten
- ontkrachten
- ontkrachten
o.v.t.
- ontkrachtte
- ontkrachtte
- ontkrachtte
- ontkrachtten
- ontkrachtten
- ontkrachtten
v.t.t.
- heb ontkracht
- hebt ontkracht
- heeft ontkracht
- hebben ontkracht
- hebben ontkracht
- hebben ontkracht
v.v.t.
- had ontkracht
- had ontkracht
- had ontkracht
- hadden ontkracht
- hadden ontkracht
- hadden ontkracht
o.t.t.t.
- zal ontkrachten
- zult ontkrachten
- zal ontkrachten
- zullen ontkrachten
- zullen ontkrachten
- zullen ontkrachten
o.v.t.t.
- zou ontkrachten
- zou ontkrachten
- zou ontkrachten
- zouden ontkrachten
- zouden ontkrachten
- zouden ontkrachten
en verder
- ben ontkracht
- bent ontkracht
- is ontkracht
- zijn ontkracht
- zijn ontkracht
- zijn ontkracht
diversen
- ontkracht!
- ontkracht!
- ontkracht
- ontkrachtend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for ontkrachten:
Verb | Related Translations | Other Translations |
entkräften | ontkrachten; ontzenuwen; weerleggen | afmatten; krachteloos maken; machteloos maken; moe maken; ontwrichten; slopen; uitputten; verlammen; vermoeien |
widerlegen | ontkrachten; ontzenuwen; weerleggen | |
- | nietig maken; nietig verklaren; tenietdoen |
Wiktionary Translations for ontkrachten:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• ontkrachten | → widerlegen | ↔ disprove — to refute |
• ontkrachten | → entkräften; schwächen; [[bedeutungslos machen]] | ↔ eviscerate — to make ineffectual or meaningless |
• ontkrachten | → verdrießen; entkräften; verweichlichen; ermüden | ↔ fatiguer — affaiblir par une trop grande dépense de force. |
External Machine Translations: