Summary
Dutch to German: more detail...
- bezetenheid:
- bezeten:
-
Wiktionary:
- bezetenheid → fixe Idee
- bezeten → besessen
- bezeten → frenetisch
Dutch
Detailed Translations for bezetenheid from Dutch to German
bezetenheid:
-
de bezetenheid (obsessie)
Translation Matrix for bezetenheid:
Noun | Related Translations | Other Translations |
Besessenheit | bezetenheid; obsessie | |
Leidenschaft | bezetenheid; obsessie | aandrift; drift; genoegen; genot; gloed; hartstocht; hartstochtelijkheid; instinct; jool; leut; lust; overgave; passie; plezier; pret; seksuele begeerte; vurigheid; vuur; wellust |
Related Words for "bezetenheid":
Wiktionary Translations for bezetenheid:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• bezetenheid | → fixe Idee | ↔ obsession — compulsive or irrational preoccupation |
bezeten:
Translation Matrix for bezeten:
Modifier | Related Translations | Other Translations |
besessen | bezeten; fanatiek | bezetene; fanatieke; gemotiveerd; motivatie bezittend |
eifrig | bezeten; fanatiek | actief; ambitieus; bedreven; bedrijvig; bezet; bezig; daadkrachtig; druk; drukbezet; drukpratend; dynamisch; eerzuchtig; energiek; geanimeerd; geil; gepassioneerd; gretig; happig; hartstochtelijk; heet; heetbloedig; hitsig; noest; onvermoeibaar; opgewonden; seksueel opgewonden; stormachtig; streverig; temperamentvol; vurig; warmbloedig |
fanatisch | bezeten; fanatiek | bezetene; dweepziek; dweperig; fanatieke |
Related Words for "bezeten":
Wiktionary Translations for bezeten:
bezeten
Cross Translation:
adjective
-
onder de invloed van een boze geest zijn
- bezeten → besessen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• bezeten | → frenetisch | ↔ frenetic — fast, frantic, harried, or frenzied |