Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. uitvoerder:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for uitvoerder from Dutch to German

uitvoerder:

uitvoerder [de ~ (m)] nomen

  1. de uitvoerder (acteur; speler; actrice; )
    der Akteur; der Schauspieler; der Spieler; der Artist; der Künstler
  2. de uitvoerder (onderaannemer)
    der Subunternehmer; der Künstler; der Artist

Translation Matrix for uitvoerder:

NounRelated TranslationsOther Translations
Akteur acteur; actrice; artiest; speler; toneelspeler; tonelist; uitvoerder; vertoner actor
Artist acteur; actrice; artiest; onderaannemer; speler; toneelspeler; tonelist; uitvoerder; vertoner artiest; circusartiest; kunstenaar
Künstler acteur; actrice; artiest; onderaannemer; speler; toneelspeler; tonelist; uitvoerder; vertoner artiest; artiesten; circusartiest; kunstenaar; kunstenaars
Schauspieler acteur; actrice; artiest; speler; toneelspeler; tonelist; uitvoerder; vertoner aansteller; acteurs; iemand die zich aanstelt; komediant; komediespeler; spelers; toneelspelers
Spieler acteur; actrice; artiest; speler; toneelspeler; tonelist; uitvoerder; vertoner dobbelaar; gokker; gokkers; gokster; kansspeelster; kansspeler; speelster; speler
Subunternehmer onderaannemer; uitvoerder koppelbazen; onderaannemer; onderaannemers

Wiktionary Translations for uitvoerder:


Cross Translation:
FromToVia
uitvoerder Ausführer contractor — A person or company that performs specific tasks like electrical or plumbing work in construction projects
uitvoerder Künstler; Künstlerin performer — performer