Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. contrast:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for contrast from Dutch to German

contrast:

contrast [het ~] nomen

  1. het contrast (tegenstelling)
    der Gegensatz; der Kontrast; die Gegensätzlichkeit; die Gegensätze
  2. het contrast
    der Kontrast

Translation Matrix for contrast:

NounRelated TranslationsOther Translations
Gegensatz contrast; tegenstelling antipool; omgekeerde; strijdende opvatting; tegendeel; tegenovergestelde; tegenpool; tegenstelling
Gegensätze contrast; tegenstelling antipool; tegenpool
Gegensätzlichkeit contrast; tegenstelling het tegenstrijdig zijn; onmogelijkheid; polariteit; strijdigheid
Kontrast contrast; tegenstelling antipool; tegendeel; tegenpool

Related Words for "contrast":

  • contrasten

Wiktionary Translations for contrast:

contrast
noun
  1. opvallende tegenstelling