Summary
Dutch to German: more detail...
- takelen:
- takel:
-
Wiktionary:
- takelen → takeln
German to Dutch: more detail...
- takeln:
-
Wiktionary:
- takeln → takelen
Dutch
Detailed Translations for takelen from Dutch to German
takelen:
-
takelen (met een takel ophijsen)
Conjugations for takelen:
o.t.t.
- takel
- takelt
- takelt
- takelen
- takelen
- takelen
o.v.t.
- takelde
- takelde
- takelde
- takelden
- takelden
- takelden
v.t.t.
- heb getakeld
- hebt getakeld
- heeft getakeld
- hebben getakeld
- hebben getakeld
- hebben getakeld
v.v.t.
- had getakeld
- had getakeld
- had getakeld
- hadden getakeld
- hadden getakeld
- hadden getakeld
o.t.t.t.
- zal takelen
- zult takelen
- zal takelen
- zullen takelen
- zullen takelen
- zullen takelen
o.v.t.t.
- zou takelen
- zou takelen
- zou takelen
- zouden takelen
- zouden takelen
- zouden takelen
en verder
- ben getakeld
- bent getakeld
- is getakeld
- zijn getakeld
- zijn getakeld
- zijn getakeld
diversen
- takel!
- takelt!
- getakeld
- takelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for takelen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
hochziehen | met een takel ophijsen; takelen | een snuif nemen; heffen; hieuwen; hieven; hijsen; iets ophalen; insnuiven; lichten; met een spil omhoogwerken; naar boven tillen; omhoog brengen; omhoog heffen; omhooghalen; omhoogheffen; omhoogkomen; omhoogtrekken; opheffen; ophijsen; opsnuiven; opstijgen; optillen; opvliegen; snuiven; tillen |
takeln | met een takel ophijsen; takelen | hijsen; ophijsen |
Related Words for "takelen":
Wiktionary Translations for takelen:
takelen
verb
-
Seemannssprache: (ein Schiff) mit Takelage ausstatten
takelen form of takel:
Translation Matrix for takel:
Related Words for "takel":
German
Detailed Translations for takelen from German to Dutch
takeln:
-
takeln (hochziehen; winden; aufwinden; aufholen)
-
takeln (hochziehen)
Conjugations for takeln:
Präsens
- takele
- takelst
- takelt
- takelen
- takelt
- takelen
Imperfekt
- takelte
- takeltest
- takelte
- takelten
- takeltet
- takelten
Perfekt
- habe getakelt
- hast getakelt
- hat getakelt
- haben getakelt
- habt getakelt
- haben getakelt
1. Konjunktiv [1]
- takele
- takelest
- takele
- takelen
- takelet
- takelen
2. Konjunktiv
- takelte
- takeltest
- takelte
- takelten
- takeltet
- takelten
Futur 1
- werde takeln
- wirst takeln
- wird takeln
- werden takeln
- werdet takeln
- werden takeln
1. Konjunktiv [2]
- würde takeln
- würdest takeln
- würde takeln
- würden takeln
- würdet takeln
- würden takeln
Diverses
- takel!
- takelt!
- takelen Sie!
- getakelt
- takelnd
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie
Translation Matrix for takeln:
Verb | Related Translations | Other Translations |
hijsen | aufholen; aufwinden; hochziehen; takeln; winden | aufbringen; aufholen; aufziehen; emporheben; hochheben; hochziehen |
met een takel ophijsen | hochziehen; takeln | |
ophijsen | aufholen; aufwinden; hochziehen; takeln; winden | |
takelen | hochziehen; takeln |
Synonyms for "takeln":
Wiktionary Translations for takeln:
takeln
verb
-
Seemannssprache: (ein Schiff) mit Takelage ausstatten
- takeln → takelen