Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. ontvluchting:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for ontvluchting from Dutch to German

ontvluchting:

ontvluchting [de ~ (v)] nomen

  1. de ontvluchting (ontsnapping; uitbraak; uitbreken)
    der Ausbruch; die Flucht; Entkommen; Entwischen

Translation Matrix for ontvluchting:

NounRelated TranslationsOther Translations
Ausbruch ontsnapping; ontvluchting; uitbraak; uitbreken emotionele uitval; losbarsting; ontlading; plotselinge uitbarsting; uitbarsten; uitbarsting; uitval
Entkommen ontsnapping; ontvluchting; uitbraak; uitbreken
Entwischen ontsnapping; ontvluchting; uitbraak; uitbreken
Flucht ontsnapping; ontvluchting; uitbraak; uitbreken

Related Words for "ontvluchting":

  • ontvluchtingen

Wiktionary Translations for ontvluchting:


Cross Translation:
FromToVia
ontvluchting Entweichen; Verschwinden; Weltflucht fuiteaction de fuir.