Summary
Dutch to German: more detail...
- faciliteit:
-
Wiktionary:
- faciliteit → Vorkehrung, Vorteil, Privileg, Fazilität
- faciliteit → Einrichtung, Vorrichtung, Ressource, Mittel
Dutch
Detailed Translations for faciliteit from Dutch to German
faciliteit:
-
de faciliteit
-
de faciliteit
Translation Matrix for faciliteit:
Noun | Related Translations | Other Translations |
Fazilität | faciliteit | |
Komfort | faciliteit | comfort; gerief |
Raum | faciliteit | aparte vergaderruimte; grote kamer; kamer; ruimte; ruimte in een gebouw; vertrek; vertrekken; zaal |
Related Words for "faciliteit":
Wiktionary Translations for faciliteit:
faciliteit
Cross Translation:
noun
faciliteit
-
een voorziening
- faciliteit → Vorkehrung
-
een voordeel
noun
-
Wirtschaft/Finanzwesen: eine Erleichterung der Kreditbedingungen für einen Kunden
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• faciliteit | → Einrichtung; Vorrichtung | ↔ facility — physical means of doing something |
• faciliteit | → Ressource; Mittel | ↔ resource — something that one uses to achieve an objective |