Home ->Dictionaries ->Dutch/German ->Search: huisschilder

Dutch and German Search Results for: huisschilder

Summary

Dutch to German: more detail...

huisschilder:
- Maler; Anstreicher
Wiktionary:
- huisschilder → Anstreicher
- huisschilder → Maler, Malerin, Anstreicher, Anstreicherin, Autolackierer, Autolackiererin, Fahrzeuglackierer, Fahrzeuglackiererin

Dutch

Detailed Translations for huisschilder from Dutch to German

huisschilder:

huisschilder [de ~ (m)] nomen

de huisschilder (schilder; verver; huisschilderes)
der Maler; der Anstreicher
- Maler [der ~] nomen
- Anstreicher [der ~] nomen

Translation Matrix for huisschilder:

Noun	Related Translations	Other Translations
Anstreicher	huisschilder; huisschilderes; schilder; verver	huisschilders; schilders; ververs
Maler	huisschilder; huisschilderes; schilder; verver	kunstschilder

Related Words for "huisschilder":

huisschilders

Wiktionary Translations for huisschilder:

huisschilder

noun

iemand die beroepsmatig schilderwerken aan en in gebouwen uitvoerd
- huisschilder → Anstreicher

Cross Translation:

From	To	Via
• huisschilder	→ Maler; Malerin; Anstreicher; Anstreicherin; Autolackierer; Autolackiererin; Fahrzeuglackierer; Fahrzeuglackiererin	↔ painter — laborer
• huisschilder	→ Maler	↔ peintre — artiste utilisant la peinture pour son art.