Dutch
Detailed Translations for ontraden from Dutch to German
ontraden:
-
ontraden (afraden)
Conjugations for ontraden:
o.t.t.
- ontraad
- ontraadt
- ontraadt
- ontraden
- ontraden
- ontraden
o.v.t.
- ontried
- ontried
- ontried
- ontrieden
- ontrieden
- ontrieden
v.t.t.
- heb ontraden
- hebt ontraden
- heeft ontraden
- hebben ontraden
- hebben ontraden
- hebben ontraden
v.v.t.
- had ontraden
- had ontraden
- had ontraden
- hadden ontraden
- hadden ontraden
- hadden ontraden
o.t.t.t.
- zal ontraden
- zult ontraden
- zal ontraden
- zullen ontraden
- zullen ontraden
- zullen ontraden
o.v.t.t.
- zou ontraden
- zou ontraden
- zou ontraden
- zouden ontraden
- zouden ontraden
- zouden ontraden
en verder
- is ontraden
- zijn ontraden
diversen
- ontraad!
- ontraadt!
- ontraden
- ontradend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for ontraden:
Noun | Related Translations | Other Translations |
Abraten | afraden; ontraden | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
abraten | afraden; ontraden |
Wiktionary Translations for ontraden:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• ontraden | → abraten; abraten von | ↔ discourage — to persuade somebody not to do something |
External Machine Translations: