Home ->Dictionaries ->Dutch/German ->Search: vrijetijd

Dutch and German Search Results for: vrijetijd

Summary

Dutch to German: more detail...

vrije tijd:
- Freistunde; Erholungszeit; Freizeit; arbeitsfreie Zeit
Vrije tijd:
- arbeitsfreie Zeit
Wiktionary:
- vrijetijd → Freizeit
- vrije tijd → Muße, Freizeit, Entlassung, Ferien

Dutch

Detailed Translations for vrijetijd from Dutch to German

vrije tijd:

vrije tijd [znw.] nomen

vrije tijd
die Freistunde; die Erholungszeit
- Freistunde [die ~] nomen
- Erholungszeit [die ~] nomen
vrije tijd
die Freizeit
- Freizeit [die ~] nomen
vrije tijd (Vrije tijd)
arbeitsfreie Zeit
- arbeitsfreie Zeit

Translation Matrix for vrije tijd:

Noun	Related Translations	Other Translations
Erholungszeit	vrije tijd
Freistunde	vrije tijd	tussenuur; vrije uur
Freizeit	vrije tijd	retraite
Not Specified	Related Translations	Other Translations
arbeitsfreie Zeit	Vrije tijd; vrije tijd

Wiktionary Translations for vrije tijd:

Cross Translation:

From	To	Via
• vrije tijd	→ Muße	↔ leisure — freedom provided
• vrije tijd	→ Muße; Freizeit	↔ leisure — time free
• vrije tijd	→ Entlassung; Ferien	↔ congé — permission d’aller, de venir, de s’absenter, de se retirer.

Vrije tijd:

Vrije tijd

Vrije tijd (vrije tijd)
arbeitsfreie Zeit
- arbeitsfreie Zeit

Translation Matrix for Vrije tijd:

Not Specified	Related Translations	Other Translations
arbeitsfreie Zeit	Vrije tijd; vrije tijd

Wiktionary Translations for vrijetijd:

Cross Translation:

From	To	Via
• vrijetijd	→ Freizeit	↔ free time — time that can be spent on one's own activities rather than work