Summary
Dutch
Detailed Translations for bijnaam from Dutch to German
bijnaam:
-
de bijnaam
-
de bijnaam
Translation Matrix for bijnaam:
Noun | Related Translations | Other Translations |
Kosename | bijnaam | koosnaam; troetelnaam |
Scherzname | bijnaam | spotnaam; spottende naam |
Spitzname | bijnaam | spotnaam; spottende naam |
Wiktionary Translations for bijnaam:
bijnaam
Cross Translation:
noun
bijnaam
-
een breed bekende, niet-officiële naam van een persoon, een groep van personen of een zaak
- bijnaam → Spitzname
noun
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• bijnaam | → Spitzname | ↔ nickname — familiar, invented given name |
• bijnaam | → Beiname; Spitzname | ↔ sobriquet — familiar name for a person |
• bijnaam | → Spitzname | ↔ sobriquet — Surnom familier donner par dérision |
• bijnaam | → Spitzname | ↔ surnom — Nom ajouté au nom propre d’une personne |
bij naam:
-
bij naam (bij zijn naam noemend)
Translation Matrix for bij naam:
Modifier | Related Translations | Other Translations |
alias | bij naam; bij zijn naam noemend | alias; bijgenaamd; geheten; genaamd; getiteld; zogeheten; zogenaamd; zogenoemde |
betitelt | bij naam; bij zijn naam noemend | alias; bijgenaamd; zogeheten; zogenaamd; zogenoemde |
geheißen | bij naam; bij zijn naam noemend | geheten; genaamd; getiteld |
genannt | bij naam; bij zijn naam noemend | alias; bijgenaamd; bovengemeld; bovengenoemd; bovenstaand; bovenvermeld; geheten; genaamd; getiteld; voorgemeld; voornoemd; zogeheten; zogenaamd; zogenoemde |