Dutch
Detailed Translations for platstrijken from Dutch to German
platstrijken: (*Using Word and Sentence Splitter)
- plat: schal; gleich; egal; eben; flach; faul; schmutzig; falsch; dick; grob; fett; ekelhaft; dürftig; derb; dumpf; rüde; heimtückisch; hinterhältig; fettig; garstig; hinterlistig; obszön; trivial; schmierig; abgestanden; ungehobelt; schmuddelig; schlüpfrig; dumpfig; bäuerisch; schamlos; ungeschliffen; unflätig; schuftig; schmählich; schändlich; ungeschlacht; fettartig; waagerecht; horizontal; platt; gewöhnlich; schäbig; banal; vulgär; schofel; ordinär
- strijken: bügeln; glätten; ausbügeln; glattbügeln
Wiktionary Translations for platstrijken:
platstrijken
verb
-
met een strijkende beweging vlak maken
- platstrijken → plätten