Dutch

Detailed Translations for geheugen from Dutch to German

geheugen:

geheugen [het ~] nomen

  1. het geheugen (herinneringsvermogen; memorie)
    Erinnerungsvermögen; Memorandum; Gedächtnis; Andenken
  2. het geheugen (tijdelijk geheugen)

Translation Matrix for geheugen:

NounRelated TranslationsOther Translations
Andenken geheugen; herinneringsvermogen; memorie aandenken; gedachtenis; herdenking; herinnering; herinneringen; memorie; memories; nagedachtenis; souvenir; souvenirs
Erinnerungsvermögen geheugen; herinneringsvermogen; memorie geheugenis; herinnering; memorie
Gedächtnis geheugen; herinneringsvermogen; memorie aandenken; begrip; conceptie; denkbeeld; gedachte; gedachtenis; geheugenis; herinnering; idee; memorie; mentale voorstelling; nagedachtenis; notie
Memorandum geheugen; herinneringsvermogen; memorie aandenken; gedachtenis; geheugenis; herinnering; memorandum; memoriaal; memorie; nagedachtenis
Speicher geheugen; tijdelijk geheugen archief; bergplaats; dakverdieping; depot; magazijn; opslagplaats; opslagruimte; pakhuis; provisiekamer; vliering; voorraadkamer; voorraadplaats; voorraadschuur; warenhuis; zolder; zolderverdieping
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
Arbeitsspeicher geheugen; tijdelijk geheugen RAM; Random Access Memory
temporärer Speicher geheugen; tijdelijk geheugen

Related Words for "geheugen":

  • geheugens

Wiktionary Translations for geheugen:

geheugen
noun
  1. het deel van de hersenen waarin herinneringen worden opgeslagen
  2. snel toegankelijke plaats om data op te slaan

Cross Translation:
FromToVia
geheugen Gedächtnis memory — ability to recall
geheugen Speicher memory — RAM or ROM
geheugen Gedanken; Gedächtnis mind — ability to remember things
geheugen Behalten retention — the act or power of remembering things; memory
geheugen Andenken; Erinnerung; Gedächtnis mémoirecapacité à retenir, conserver et rappeler de nombreuses informations antérieures.

Related Translations for geheugen