Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. beurt:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for beurt from Dutch to German

beurt:

beurt [de ~] nomen

  1. de beurt (spelletje; rondje)
    Spiel; Spielchen; die Runde; die Partie

Translation Matrix for beurt:

NounRelated TranslationsOther Translations
Partie beurt; rondje; spelletje bouwwerk; concours; gebouw; hoeveelheid; kaveling; manche; pand; partij; pot; set; strijd; verkaveling; wedstrijd
Runde beurt; rondje; spelletje ambachtsgilde; bond; club; draaicirkel; gilde; kring; kringel; kringvormig; omgang; orde; organisatie; partijtje; potje; ringetje; ronde; rondgang; rondje; rondwandeling; toer; unie; vakgenootschap; vereniging; wedstrijdje; zijn ronde doen
Spiel beurt; rondje; spelletje Game; concours; game; match; opvoering; parade; partij; pot; show; spel; staatsie; strijd; vertoning; voorstelling; wedstrijd
Spielchen beurt; rondje; spelletje concours; partij; partijtje; pot; potje; spel; strijd; wedstrijd; wedstrijdje

Related Words for "beurt":

  • beurten

Related Definitions for "beurt":

  1. keer dat iemand of iets behandeld wordt1
    • wie is aan de beurt?1

Wiktionary Translations for beurt:


Cross Translation:
FromToVia
beurt Zug; Spielzug move — the act of moving a token on a gameboard
beurt abwechseln; an der Reihe sein; dran sein turn — chance to use (something) shared in sequence with others
beurt Zug turn — one's chance to make a move in a game
beurt Reihe; Kette; Reihenfolge; Tour rangée — Traductions à trier suivant le sens

Related Translations for beurt