Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. ontvanger:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for ontvanger from Dutch to German

ontvanger:

ontvanger [de ~ (m)] nomen

  1. de ontvanger (recipiënt)
    der Empfänger; der Adressat
  2. de ontvanger (iemand aan wie iets gegeven wordt)
    der Empfänger

Translation Matrix for ontvanger:

NounRelated TranslationsOther Translations
Adressat hij die ontvangt; ontvanger; recipiënt bestemming; geadresseerde
Empfänger hij die ontvangt; iemand aan wie iets gegeven wordt; ontvanger; recipiënt bestemming; geadresseerde

Related Words for "ontvanger":

  • ontvangers

Wiktionary Translations for ontvanger:


Cross Translation:
FromToVia
ontvanger Empfänger; Empfängerin recipient — one who receives
ontvanger Empfänger recipient — individual receiving donor organs or tissues
ontvanger Empfänger; Adressat; an destinataire — Celui, celle qui doit recevoir un message.