Home ->Dictionaries ->Dutch/German ->Search: uitbijten

Dutch and German Search Results for: uitbijten

Summary

Dutch to German: more detail...

uitbijten:
- Wiktionary:
  uitbijten → zerfressen, rosten, korrodieren

Dutch

Detailed Translations for uitbijten from Dutch to German

uitbijten: ^{(*Using Word and Sentence Splitter)}

uit: von hier; aus; klar; fertig; bereit; geschafft; erledigt; beendet; einsatzbereit; vollendet; parat; ab jetzt
bijten: Beißen
uiten: mitteilen; ausdrücken; in Worte fassen; sich aus drücken; äußern
bijt: Wake

Spelling Suggestions for: uitbijten

bijten; uitpikten; uitgieten; uitlieten; uitlikten; uitblijven; uitbuitten; uitbuiten; uitbikken; uitbotten

Wiktionary Translations for uitbijten:

Cross Translation:

From	To	Via
• uitbijten	→ zerfressen; rosten; korrodieren	↔ corrode — to eat away

External Machine Translations: