Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. processie:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for processie from Dutch to German

processie:

processie [de ~ (v)] nomen

  1. de processie (staatsie; stoet)
    die Prozession; die Pracht; die Feier; die Feierlichkeit; die Festlichkeit

Translation Matrix for processie:

NounRelated TranslationsOther Translations
Feier processie; staatsie; stoet ceremonie; feest; feestdag; feestelijkheid; festiviteit; jaarfeest; omhaal; opvoering; parade; plechtigheid; plichtpleging; show; staatsie; vertoning; viering; voorstelling
Feierlichkeit processie; staatsie; stoet ceremonie; deftigheid; eerbiedwaardigheid; feest; feestelijkheid; festiviteit; gedragenheid; omhaal; opvoering; parade; plechtigheid; plechtstatigheid; plichtpleging; show; staatsie; statigheid; vertoning; viering; voornaamheid; voorstelling; vormelijkheid
Festlichkeit processie; staatsie; stoet ceremonie; feest; feestelijkheid; feestje; feestviering; festiviteit; omhaal; opvoering; parade; party; plechtigheid; plichtpleging; show; staatsie; vertoning; viering; voorstelling
Pracht processie; staatsie; stoet ceremonie; glans; grandeur; grootsheid; indrukwekkendheid; luister; luxe; omhaal; overvloed; plechtigheid; plichtpleging; praal; pracht; pronk; rijkheid; schoonheid; weelde; weelderigheid
Prozession processie; staatsie; stoet ceremonie; omhaal; ommegang; optocht; plechtigheid; plichtpleging; stoet

Related Words for "processie":


Wiktionary Translations for processie:

processie
noun
  1. religie|nld optocht van geestelijke en andere gelovigen
processie
noun
  1. nach bestimmten Regeln geordneter feierlicher Umzug, meist zu Fuß; oft handelt es sich um ein religiöses Ritual

Cross Translation:
FromToVia
processie Prozession; Umzug procession — group of people or thing moving along in an orderly manner
processie Prozession procession — Cortège de prêtres et de fidèles (1)