Interglot - kabinet: Dutch and German Search Results found in the Interglot Translation Dictionary

Summary

Dutch to German: more detail...

kabinet:
- Regierung; Staatsführung; Staatsmacht; Sammlung; Kunstgalerie; Galerie; Kammer; Generalstaatenkammer; Kabinett; Schrank
Wiktionary:
- kabinet → Kabinett, Ministerium

Dutch

Detailed Translations for kabinet from Dutch to German

het kabinet (regering; gouvernement; gezag)
die Regierung; die Staatsführung; die Staatsmacht; die Sammlung; die Kunstgalerie; die Galerie
- Regierung [die ~] nomen
- Staatsführung [die ~] nomen
- Staatsmacht [die ~] nomen
- Sammlung [die ~] nomen
- Kunstgalerie [die ~] nomen
- Galerie [die ~] nomen
het kabinet (Kamer der Staten-Generaal; kamer)
die Kammer; die Generalstaatenkammer
- Kammer [die ~] nomen
- Generalstaatenkammer [die ~] nomen
het kabinet (kabinetkast)
Kabinett; der Schrank; die Sammlung
- Kabinett [das ~] nomen
- Schrank [der ~] nomen
- Sammlung [die ~] nomen

Noun	Related Translations	Other Translations
Galerie	gezag; gouvernement; kabinet; regering	foyer; gaanderij; galerie; galerij; hal; koffiekamer; kunstgalerie; kunstzaal; museumzaal; ontvangstruimte; receptiekamer; salon; torenomgang; trans; zuilengang
Generalstaatenkammer	Kamer der Staten-Generaal; kabinet; kamer
Kabinett	kabinet; kabinetkast	zijkamertje
Kammer	Kamer der Staten-Generaal; kabinet; kamer	grote kamer; kamer; ruimte in een gebouw; vertrek; vertrekken; zaal
Kunstgalerie	gezag; gouvernement; kabinet; regering	galerie; kunstgalerie; kunstzaal; museumzaal
Regierung	gezag; gouvernement; kabinet; regering	bewind; regering; staatsbestuur
Sammlung	gezag; gouvernement; kabinet; kabinetkast; regering	bijeenbrenging; collectie; compilatie; museum; museumcollectie; verzameling
Schrank	kabinet; kabinetkast	kabinetje; kast; kastje
Staatsführung	gezag; gouvernement; kabinet; regering	bewind; regeringsstelsel; regime; staatsbestel; staatsbestuur
Staatsmacht	gezag; gouvernement; kabinet; regering	bewind; regeringsstelsel; regime; rijksgezag; staatsbestel

Cross Translation:

From	To	Via
• kabinet	→ Kabinett	↔ cabinet — group of advisors
• kabinet	→ Ministerium	↔ ministère — L’emploi, la charge qu’on exercer.

External Machine Translations: