Dutch

Detailed Translations for voorbehoud from Dutch to German

voorbehoud:

voorbehoud [het ~] nomen

  1. het voorbehoud
    der Vorbehalt
  2. het voorbehoud (voorwaarde; restrictie)
    der Vorbehalt; die Bedingung; die Voraussetzung

Translation Matrix for voorbehoud:

NounRelated TranslationsOther Translations
Bedingung restrictie; voorbehoud; voorwaarde artikel; beding; bepaling; beperking; clausule; conditie; criterium; eis; kriterium; must; vereiste; voorwaarde; vorm
Voraussetzung restrictie; voorbehoud; voorwaarde beding; bepaling; beperking; conditie; criterium; eis; kriterium; premisse; vereiste; vermoeden; veronderstelling; vooronderstelling; voorwaarde
Vorbehalt restrictie; voorbehoud; voorwaarde beding; bepaling; beperking; conditie; criterium; eis; kriterium; restrictie; voorwaarde

Related Words for "voorbehoud":


Wiktionary Translations for voorbehoud:


Cross Translation:
FromToVia
voorbehoud Vorbehalt; Patentanmeldung; Ausnahme caveat — a qualification or exemption
voorbehoud Bedingung; Vorbehalt; Vorbehaltsklausel proviso — conditional provision to an agreement
voorbehoud Reservierung; Vorbehalt; Versorgung; Vorrat; Speisekammer; Proviant; Gewahrsam réserveaction de réserver.

voorbehoud form of voorbehouden:

voorbehouden verb (behoud voor, behoudt voor, behield voor, behielden voor, voorbehouden)

  1. voorbehouden (reserveren)
    vorbehalten; freihalten; zurücklegen; zurückhalten; beiseite legen; zurückstellen; offenhalten; zur Seite legen; zurückbehalten; auf die Seitelegen
    • vorbehalten verb (behalte vor, behälst vor, behält vor, behielt vor, behieltet vor, vorbehalten)
    • freihalten verb (halte frei, hältst frei, hält frei, hielt frei, hieltet frei, freigehalten)
    • zurücklegen verb (lege zurück, legst zurück, legt zurück, legte zurück, legtet zurück, zurückgelegt)
    • zurückhalten verb (halte zurück, hälst zurück, hält zurück, hielt zurück, hieltet zurück, zurückgehalten)
    • beiseite legen verb (lege beiseite, legst beiseite, legt beiseite, legte beiseite, legtet beiseite, beiseite gelegt)
    • zurückstellen verb (stelle zurück, stellst zurück, stellt zurück, stellte zurück, stelltet zurück, zurückgestellt)
    • offenhalten verb (halte offen, hältst offen, hält offen, hielt offen, offengehalten)
    • zur Seite legen verb (lege zur Seite, legst zur Seite, legt zur Seite, legte zur Seite, legtet zur Seite, zur Seite gelegt)
    • zurückbehalten verb (behalte zurück, behaltest zurück, behaltet zurück, behaltete zurück, behaltetet zurück, zurückbehalten)

Conjugations for voorbehouden:

o.t.t.
  1. behoud voor
  2. behoudt voor
  3. behoudt voor
  4. behouden voor
  5. behouden voor
  6. behouden voor
o.v.t.
  1. behield voor
  2. behield voor
  3. behield voor
  4. behielden voor
  5. behielden voor
  6. behielden voor
v.t.t.
  1. heb voorbehouden
  2. hebt voorbehouden
  3. heeft voorbehouden
  4. hebben voorbehouden
  5. hebben voorbehouden
  6. hebben voorbehouden
v.v.t.
  1. had voorbehouden
  2. had voorbehouden
  3. had voorbehouden
  4. hadden voorbehouden
  5. hadden voorbehouden
  6. hadden voorbehouden
o.t.t.t.
  1. zal voorbehouden
  2. zult voorbehouden
  3. zal voorbehouden
  4. zullen voorbehouden
  5. zullen voorbehouden
  6. zullen voorbehouden
o.v.t.t.
  1. zou voorbehouden
  2. zou voorbehouden
  3. zou voorbehouden
  4. zouden voorbehouden
  5. zouden voorbehouden
  6. zouden voorbehouden
diversen
  1. behoud voor!
  2. behoudt voor!
  3. voorbehouden
  4. voorbehoudend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for voorbehouden:

VerbRelated TranslationsOther Translations
auf die Seitelegen reserveren; voorbehouden
beiseite legen reserveren; voorbehouden achterhouden; behouden; hamsteren; oppotten; opzij leggen; opzijleggen; potten; reserveren; terughouden
freihalten reserveren; voorbehouden iemand in het ongewisse laten; openhouden; vrijhouden
offenhalten reserveren; voorbehouden iemand in het ongewisse laten; openhouden; vrijhouden
vorbehalten reserveren; voorbehouden
zur Seite legen reserveren; voorbehouden achterhouden; behouden; opzijleggen; reserveren; terughouden
zurückbehalten reserveren; voorbehouden achterhouden; achteroverdrukken; gappen; inpikken; jatten; ontvreemden; pikken; stelen; verdonkeremanen; verduisteren; vervreemden; wegfutselen; wegkapen; wegpikken
zurückhalten reserveren; voorbehouden achterhouden; achteroverdrukken; afhouden; bedwingen; behouden; beletten; beteugelen; ervanaf houden; gappen; in bedwang houden; inpikken; jatten; onderdrukken; ontvreemden; opzijleggen; pikken; reserveren; stelen; terughouden; verbergen; verdonkeremanen; verduisteren; verheimelijken; verhelen; verstoppen; vervreemden; verzwijgen; weerhouden; wegfutselen; wegkapen; wegpikken; wegstoppen
zurücklegen reserveren; voorbehouden achterhouden; afleggen; afzonderen; apart zetten; behouden; bewaren; hamsteren; isoleren; meters maken; oppotten; opzij leggen; opzijleggen; potten; reserveren; terughouden; terugleggen; terugplaatsen; terugzetten; wegzetten
zurückstellen reserveren; voorbehouden achterhouden; achteruitzetten; behouden; degraderen; in rang verlagen; opzijleggen; reserveren; terughouden; terugplaatsen; terugzetten

Related Words for "voorbehouden":


External Machine Translations:

Related Translations for voorbehoud