Home ->Dictionaries ->Dutch/German ->Search: uitbarsten

Dutch and German Search Results for: uitbarsten

Summary

Dutch to German: more detail...

uitbarsten:
- Ausfall; Ausbruch; Ausbrechen; Schrumpfung
Wiktionary:
- uitbarsten → explodieren, platzen, zerplatzen, ausbrechen

Dutch

Detailed Translations for uitbarsten from Dutch to German

uitbarsten:

uitbarsten [znw.] nomen

uitbarsten (emotionele uitval; uitbarsting; uitval)
der Ausfall; der Ausbruch; Ausbrechen; die Schrumpfung
- Ausfall [der ~] nomen
- Ausbruch [der ~] nomen
- Ausbrechen [das ~] nomen
- Schrumpfung [die ~] nomen

Translation Matrix for uitbarsten:

Noun	Related Translations	Other Translations
Ausbrechen	emotionele uitval; uitbarsten; uitbarsting; uitval
Ausbruch	emotionele uitval; uitbarsten; uitbarsting; uitval	losbarsting; ontlading; ontsnapping; ontvluchting; plotselinge uitbarsting; uitbraak; uitbreken
Ausfall	emotionele uitval; uitbarsten; uitbarsting; uitval	uitvallen; wegvallen
Schrumpfung	emotionele uitval; uitbarsten; uitbarsting; uitval	afname; daling; minder worden; ontering; salarisverlaging; slinking; terugloop; val; verlaging; verschrompeling

Wiktionary Translations for uitbarsten:

Cross Translation:

From	To	Via
• uitbarsten	→ explodieren; platzen; zerplatzen; ausbrechen	↔ exploser — faire explosion.

Related Translations for uitbarsten