Home ->Dictionaries ->Dutch/German ->Search: bis

Dutch and German Search Results for: bis

Summary

Dutch to German: more detail...

bis:
- Wiktionary:
  bis → his, his-Moll, His

German to Dutch: more detail...

bis:
- tot; tot bij; totdat
- tot aan
Biß:
- tussendoortje; snack; hapje; knauw
Wiktionary:
- bis → tot
- bis → tegen, tot, totdat
User Contributed Translations for bis:
- tot en met

German

Detailed Translations for bis from German to Dutch

bis:

bis

bis (zu)
tot; tot bij; totdat
- tot
- tot bij
- totdat

bis adj

bis (bis an)
tot aan
- tot aan adj

Translation Matrix for bis:

Other	Related Translations	Other Translations
tot	bis; zu
tot bij	bis; zu
totdat	bis; zu
Modifier	Related Translations	Other Translations
tot aan	bis; bis an

Synonyms for "bis":

erst wenn

Wiktionary Translations for bis:

bis

conjunction

het punt dat benaderd wordt
- tot → bis

Cross Translation:

From	To	Via
• bis	→ tegen	↔ by — some time before the given time
• bis	→ tot; totdat	↔ till — Until
• bis	→ totdat; tot	↔ until — up to the time of
• bis	→ totdat	↔ until — up to the time that

Biß:

Biß [der ~] nomen

der Biß (Zwischenmahlzeit; Schnack; Bissen)
het tussendoortje; de snack; het hapje
- tussendoortje [het ~] nomen
- snack [de ~ (m)] nomen
- hapje [het ~] nomen
der Biß (Knacks)
de knauw
- knauw [de ~ (m)] nomen

Translation Matrix for Biß:

Noun	Related Translations	Other Translations
hapje	Bissen; Biß; Schnack; Zwischenmahlzeit	Bissen; Happen
knauw	Biß; Knacks
snack	Bissen; Biß; Schnack; Zwischenmahlzeit
tussendoortje	Bissen; Biß; Schnack; Zwischenmahlzeit	Bissen; Feinkost; Happen; Imbiß; Köstlichkeit; Leckerbissen; Leckerei; Leckereien; Nascherei; Naschwerk; Süßigkeit; Süßigkeiten; etwas Süßes; schnelleNummer

Related Translations for bis