Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. compiler:
  2. Wiktionary:
German to Dutch:   more detail...
  1. Compiler:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for compiler from Dutch to German

compiler:

compiler [de ~ (m)] nomen

  1. de compiler (compileerprogramma)

Translation Matrix for compiler:

Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
Compiler compileerprogramma; compiler
Kompilierprogramm compileerprogramma; compiler

Wiktionary Translations for compiler:

compiler
noun
  1. (informatica) computerprogramma dat een in een brontaal geschreven programma (broncode) vertaalt in een semantisch equivalent programma in een doeltaal (objectcode) (en meestal tegelijk met andere programma´s 'linkt')



German

Detailed Translations for compiler from German to Dutch

Compiler:

Compiler

  1. Compiler (Kompilierprogramm)

Translation Matrix for Compiler:

NounRelated TranslationsOther Translations
compiler Compiler; Kompilierprogramm
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
compileerprogramma Compiler; Kompilierprogramm

Wiktionary Translations for Compiler:

Compiler
noun
  1. (informatica) computerprogramma dat een in een brontaal geschreven programma (broncode) vertaalt in een semantisch equivalent programma in een doeltaal (objectcode) (en meestal tegelijk met andere programma´s 'linkt')