Home ->Dictionaries ->Dutch/German ->Search: leerling

Dutch and German Search Results for: leerling

Summary

Dutch to German: more detail...

leerling:
- Schüler; Lehrling; Schülerin
Wiktionary:
- leerling → Schüler, Schülerin
- leerling → Schüler, Schülerin, Schulkind

Dutch

Detailed Translations for leerling from Dutch to German

leerling:

leerling [de ~ (m)] nomen

de leerling (scholier)
der Schüler; der Lehrling; die Schülerin
- Schüler [der ~] nomen
- Lehrling [der ~] nomen
- Schülerin [die ~] nomen
de leerling
der Schüler
- Schüler [der ~] nomen

Translation Matrix for leerling:

Noun	Related Translations	Other Translations
Lehrling	leerling; scholier	jongmaat; jongmaatje; jongste bediende; kwekeling; leerjongen; leerknecht; maatje; pupil
Schüler	leerling; scholier	jonge leerling; leerlingen; pupil; pupillen; scholieren; student; studenten
Schülerin	leerling; scholier	scholiere; student; studente; vrouwelijke student

Related Words for "leerling":

leerlingen

Antonyms for "leerling":

leraar

Related Definitions for "leerling":

wie iemands ideeën overneemt¹
- de apostelen waren leerlingen van Jezus¹
wie les krijgt¹
- er zitten driehonderd leerlingen op deze school¹

Wiktionary Translations for leerling:

leerling

noun

iemand die onderwijs volgt
- leerling → Schüler; Schülerin

Cross Translation:

From	To	Via
• leerling	→ Schüler; Schülerin; Schulkind	↔ pupil — student

Related Translations for leerling

¹Muiswerk Woordenboek