Dutch

Detailed Translations for aandring from Dutch to German

aandringen:

aandringen verb (dring aan, dringt aan, drong aan, drongen aan, aangedrongen)

  1. aandringen (aanhouden; op iets aandringen)
    andringen; durchsetzen
    • andringen verb (dringe an, dringst an, dringt an, drang an, drangt an, angedrungen)
    • durchsetzen verb (durchsetze, durchsetzt, durchsetzte, durchsetztet, durchgesetzt)
  2. aandringen
  3. aandringen (zeuren; drammen; doordrukken; doordrammen)
    nerven; drängen; durchstoßen; einrammen; einhämmern
    • nerven verb
    • drängen verb (dränge, drängst, drängt, drängte, drängtet, gedrängt)
    • durchstoßen verb (durchstoße, durchstößst, durchstößt, durchstieß, durchstießt, durchstoßen)
    • einrammen verb (ramme ein, rammst ein, rammt ein, rammte ein, rammtet ein, eingerammt)
    • einhämmern verb (hämmere ein, hämmerst ein, hämmert ein, hämmerte ein, hämmertet ein, eingehämmert)

Conjugations for aandringen:

o.t.t.
  1. dring aan
  2. dringt aan
  3. dringt aan
  4. dringen aan
  5. dringen aan
  6. dringen aan
o.v.t.
  1. drong aan
  2. drong aan
  3. drong aan
  4. drongen aan
  5. drongen aan
  6. drongen aan
v.t.t.
  1. heb aangedrongen
  2. hebt aangedrongen
  3. heeft aangedrongen
  4. hebben aangedrongen
  5. hebben aangedrongen
  6. hebben aangedrongen
v.v.t.
  1. had aangedrongen
  2. had aangedrongen
  3. had aangedrongen
  4. hadden aangedrongen
  5. hadden aangedrongen
  6. hadden aangedrongen
o.t.t.t.
  1. zal aandringen
  2. zult aandringen
  3. zal aandringen
  4. zullen aandringen
  5. zullen aandringen
  6. zullen aandringen
o.v.t.t.
  1. zou aandringen
  2. zou aandringen
  3. zou aandringen
  4. zouden aandringen
  5. zouden aandringen
  6. zouden aandringen
diversen
  1. dring aan!
  2. dringt aan!
  3. aangedrongen
  4. aandringende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for aandringen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
andringen aandringen; aanhouden; op iets aandringen opdringen
drängen aandringen; doordrammen; doordrukken; drammen; zeuren doordrukken; doorstoten; drukkend door iets heen brengen; stuwen; voortstuwen; vooruitduwen
durchsetzen aandringen; aanhouden; op iets aandringen bedingen; bewerkstelligen; doordouwen; doordrijven; doorduwen; doorzetten; fixen; klaarspelen; lappen; opdringen; slagen voor; voor elkaar krijgen
durchstoßen aandringen; doordrammen; doordrukken; drammen; zeuren door iets heen drukken; doorboren; doorbreken; doordrukken; doorsteken; doorstoten; drukkend door iets heen brengen; erdoor steken; gaatjes maken in; perforeren
einhämmern aandringen; doordrammen; doordrukken; drammen; zeuren heien; inhameren; inprenten; instampen; klinken; op het hart drukken; spijkeren; timmeren; vastnagelen; vastslaan; vastspijkeren
einrammen aandringen; doordrammen; doordrukken; drammen; zeuren binnenrammen; door iets heen drukken; doordrukken; doorstoten; heien; inheien
herandringen aandringen
nerven aandringen; doordrammen; doordrukken; drammen; zeuren etteren; vervelend doen

Wiktionary Translations for aandringen:

aandringen
verb
  1. doorgaan met verzoeken
  2. iets proberen te verkrijgen

Cross Translation:
FromToVia
aandringen drängen; pressen; pressieren; beklemmen; drücken; bedrücken; zwängen; andringen; beharren auf; trotzen; beeilen; beschleunigen; fördern; befördern; schneller machen; akzelerieren presserexercer une pression, serrer plus ou moins fort.

External Machine Translations: