Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. aanhangwagens:
  2. aanhangwagen:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for aanhangwagens from Dutch to German

aanhangwagens:


aanhangwagens form of aanhangwagen:

aanhangwagen [de ~ (m)] nomen

  1. de aanhangwagen (aanhanger)
    der Anhänger; der Autoanhänger

Translation Matrix for aanhangwagen:

NounRelated TranslationsOther Translations
Anhänger aanhanger; aanhangwagen aanhang; aanhanger; aanhangers; aanhangwagens; aanhangwagentje; bijwagen; discipel; discipelen; etiketten; fan; fans; labels; medestanders; navolger; ophanglussen; opleggers; partijgangers; prijskaartjes; supporter; supporters; trailers; volgeling; volgelinge; volgelingen; volger; volgers; voorstander
Autoanhänger aanhanger; aanhangwagen aanhangers; aanhangwagens; aanhangwagentje; aanhangwagentjes; caravan; opleggers; trailers

Related Words for "aanhangwagen":


Wiktionary Translations for aanhangwagen:


Cross Translation:
FromToVia
aanhangwagen Anhänger trailer — vehicle towed behind another, used for carrying equipment
aanhangwagen Anhänger remorque — Traductions à trier