Home ->Dictionaries ->Dutch/German ->Translate aanhouder

Translate aanhouder from Dutch to German

Summary

Dutch to German: more detail...

aanhouder:
- Durchsetzer; Eiferer; Zähe; Kämpfernatur; Fanatiker; Glaubenseifer; draufgänger

Dutch

Detailed Translations for aanhouder from Dutch to German

aanhouder:

aanhouder [de ~ (m)] nomen

de aanhouder (doorzetter; taaie)
der Durchsetzer; der Eiferer; der Zähe; die Kämpfernatur
- Durchsetzer [der ~] nomen
- Eiferer [der ~] nomen
- Zähe [der ~] nomen
- Kämpfernatur [die ~] nomen
de aanhouder (doordrammer)
der Fanatiker; der Glaubenseifer; der draufgänger
- Fanatiker [der ~] nomen
- Glaubenseifer [der ~] nomen
- draufgänger [der ~] nomen

Translation Matrix for aanhouder:

Noun	Related Translations	Other Translations
Durchsetzer	aanhouder; doorzetter; taaie
Eiferer	aanhouder; doorzetter; taaie	fanaat; fanaticus; fanatiekeling; ijveraar; maniak; scherpslijper; zeloot
Fanatiker	aanhouder; doordrammer	aanhanger; fan; fanaat; fanaticus; fanatiekeling; ijveraar; maniak; scherpslijper; supporter; zeloot
Glaubenseifer	aanhouder; doordrammer	fanaat; fanaticus; fanatiekeling; ijveraar; maniak; scherpslijper; zeloot
Kämpfernatur	aanhouder; doorzetter; taaie
Zähe	aanhouder; doorzetter; taaie
draufgänger	aanhouder; doordrammer