Dutch
Detailed Translations for aanmeten from Dutch to German
aanmeten:
-
aanmeten
Conjugations for aanmeten:
o.t.t.
- meet aan
- meet aan
- meet aan
- meten aan
- meten aan
- meten aan
o.v.t.
- meette aan
- meette aan
- meette aan
- meetten aan
- meetten aan
- meetten aan
v.t.t.
- heb aangemeten
- hebt aangemeten
- heeft aangemeten
- hebben aangemeten
- hebben aangemeten
- hebben aangemeten
v.v.t.
- had aangemeten
- had aangemeten
- had aangemeten
- hadden aangemeten
- hadden aangemeten
- hadden aangemeten
o.t.t.t.
- zal aanmeten
- zult aanmeten
- zal aanmeten
- zullen aanmeten
- zullen aanmeten
- zullen aanmeten
o.v.t.t.
- zou aanmeten
- zou aanmeten
- zou aanmeten
- zouden aanmeten
- zouden aanmeten
- zouden aanmeten
diversen
- meet aan!
- meet aan!
- aangemeten
- aanmetende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for aanmeten:
Verb | Related Translations | Other Translations |
anmessen | aanmeten |