Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. aanstekelijk:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for aanstekelijk from Dutch to German

aanstekelijk:

aanstekelijk adj

  1. aanstekelijk (besmettelijk)

Translation Matrix for aanstekelijk:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
ansteckend aanstekelijk; besmettelijk brandend; infecterend; infectieus; infectueus; vlammend
übertragbar aanstekelijk; besmettelijk infectueus

Related Words for "aanstekelijk":


Wiktionary Translations for aanstekelijk:


Cross Translation:
FromToVia
aanstekelijk packend; einprägsam; eingängig catchy — instantly appealing and memorable
aanstekelijk ansteckend contagious — of a disease, easily transmitted to others
aanstekelijk ansteckend contagious — of a fashion, laughter, etc, easily passed on to others
aanstekelijk ansteckend infectious — spreading quickly between persons