Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. afstraffing:


Dutch

Detailed Translations for afstraffing from Dutch to German

afstraffing:

afstraffing [de ~ (v)] nomen

  1. de afstraffing
    die Züchtigung; die Bestrafung

Translation Matrix for afstraffing:

NounRelated TranslationsOther Translations
Bestrafung afstraffing berisping; bestraffing; kastijding; reprimande; standje; straf; terechtwijzing; tuchtiging
Züchtigung afstraffing bestraffing; kastijding; straf; tuchtiging

Related Words for "afstraffing":

  • afstraffingen