Summary


Dutch

Detailed Translations for arbeidzaamheid from Dutch to German

arbeidzaamheid:

arbeidzaamheid [de ~ (v)] nomen

  1. de arbeidzaamheid

Translation Matrix for arbeidzaamheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
Arbeitsvermögen arbeidzaamheid

Related Words for "arbeidzaamheid":


arbeidzaamheid form of arbeidzaam:


Translation Matrix for arbeidzaam:

AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
beschäftigt actief; arbeidend; arbeidzaam; bedrijvig; bezig; werkend; werkzaam actief; bedrijvig; bezet; bezig; doende; druk
ModifierRelated TranslationsOther Translations
arbeitsam arbeidzaam; noest actief; bedrijvig; bezig; naarstig; nijver; verwoed
berufstätig actief; arbeidend; arbeidzaam; bedrijvig; bezig; werkend; werkzaam
fleißig actief; arbeidend; arbeidzaam; bedrijvig; bezig; noest; werkend; werkzaam actief; bedrijvig; bezet; bezig; druk; drukbezet; hardwerkend; ijverig; naarstig; nijver; verwoed; vlijtig
geschäftig actief; arbeidend; arbeidzaam; bedrijvig; bezig; werkend; werkzaam actief; bedrijvig; bezet; bezig; druk; drukbezet
strebsam actief; arbeidend; arbeidzaam; bedrijvig; bezig; werkend; werkzaam strevend
tätig actief; arbeidend; arbeidzaam; bedrijvig; bezig; werkend; werkzaam
wirksam actief; arbeidend; arbeidzaam; bedrijvig; bezig; werkend; werkzaam afdoend; beslissend; overtuigend

Related Words for "arbeidzaam":


Wiktionary Translations for arbeidzaam:


Cross Translation:
FromToVia
arbeidzaam arbeitsam; geschäftig; beflissen; emsig; fleißig; geflissentlich; strebsam laborieux — Qui travaille beaucoup, qui aime le travail.