Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. banketbakker:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for banketbakker from Dutch to German

banketbakker:

banketbakker [de ~ (m)] nomen

  1. de banketbakker (taartenbakker; suikerbakker; koekbakker)
    der Konditor; der Zuckerbäcker
  2. de banketbakker (suikerbakkerij)
    die Süßigkeit; Naschwerk; die Leckerei

Translation Matrix for banketbakker:

NounRelated TranslationsOther Translations
Konditor banketbakker; koekbakker; suikerbakker; taartenbakker
Leckerei banketbakker; suikerbakkerij delicatesse; heerlijkheid; lekkernij; lekkers; liflafje; snoepgoed; snoepjes; tussendoortje; versnapering; zoetigheid
Naschwerk banketbakker; suikerbakkerij lekkers; snoep; snoepgoed; suikergoed; suikerwerk; tussendoortje; versnapering; zoetigheid
Süßigkeit banketbakker; suikerbakkerij lekkers; tussendoortje; versnapering; zoetigheid
Zuckerbäcker banketbakker; koekbakker; suikerbakker; taartenbakker

Related Words for "banketbakker":

  • banketbakkers

Wiktionary Translations for banketbakker:

banketbakker
noun
  1. een bakker die voornamelijk taarten, klein gebak en chocolade maakt