Home ->Dictionaries ->Dutch/German ->Translate bastaard

Translate bastaard from Dutch to German

Summary

Dutch to German: more detail...

bastaard:
- Hybride; Bastard; Halbblütige; Bankert
Wiktionary:
- bastaard → Bastard, Bankert
- bastaard → Bankert, Bastard, Arsch, Mistkerl, Mischling, Promenadenmischung, Köter, Straßenköter, Mischlingshund, Mischrasse, Kreuzung, Brot

Dutch

Detailed Translations for bastaard from Dutch to German

bastaard:

bastaard [de ~ (m)] nomen

de bastaard (hybride)
der Hybride; der Bastard
- Hybride [der ~] nomen
- Bastard [der ~] nomen
de bastaard (buitenechtelijk kind)
der Halbblütige; der Bastard; der Bankert
- Halbblütige [der ~] nomen
- Bastard [der ~] nomen
- Bankert [der ~] nomen

Translation Matrix for bastaard:

Noun	Related Translations	Other Translations
Bankert	bastaard; buitenechtelijk kind
Bastard	bastaard; buitenechtelijk kind; hybride
Halbblütige	bastaard; buitenechtelijk kind	halfbloed
Hybride	bastaard; hybride	mengvorm; tussenvorm

Related Words for "bastaard":

bastaarden, bastaards

Wiktionary Translations for bastaard:

bastaard

noun

een kind dat niet geboren is uit een wettig huwelijk
- bastaard → Bastard

bastaard

noun

veraltend, heute meist abwertend, auch als Schimpfwort: nicht eheliches Kind
- Bankert → bastaard

Cross Translation:

From	To	Via
• bastaard	→ Bankert; Bastard	↔ bastard — person born to unmarried parents
• bastaard	→ Bastard; Arsch; Mistkerl	↔ bastard — contemptible etc. person
• bastaard	→ Mischling; Promenadenmischung	↔ mongrel — someone of mixed kind
• bastaard	→ Köter; Promenadenmischung	↔ mutt — a mongrel dog
• bastaard	→ Köter; Straßenköter; Promenadenmischung; Mischlingshund	↔ pooch — mongrel
• bastaard	→ Bastard; Mischrasse; Mischling; Kreuzung; Brot	↔ bâtard — (vieilli) enfant né hors mariage.