Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. bezetting:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for bezetting from Dutch to German

bezetting:

bezetting [de ~ (v)] nomen

  1. de bezetting
    die Besetzung; die Eroberung

Translation Matrix for bezetting:

NounRelated TranslationsOther Translations
Besetzung bezetting
Eroberung bezetting aanvechting; bekoring; seductie; temptatie; verleiding; verlokking; verovering; verzoeking

Wiktionary Translations for bezetting:

bezetting
noun
  1. toestand waarbij het grondgebied van een land wordt bestuurd door een ander land
  2. het aantal van elk type instrument dat in een orkest meespeelt
  3. exclusief gebruik
bezetting
Cross Translation:
FromToVia
bezetting Cast; Besetzung; Ensemble cast — group of actors performing together
bezetting Okkupation; Besetzung occupation — control of a country or region by a hostile army
bezetting Drang; Druck; Drücken; Pressen oppression — Action d’opprimer et état de ce qui est opprimé.