Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. biskwietje:


Dutch

Detailed Translations for biskwietje from Dutch to German

biskwietje:

biskwietje [het ~] nomen

  1. het biskwietje (kleine kaak; kaakje)
    Biskuit; der Kuchen; der Keks; Gebäck

Translation Matrix for biskwietje:

NounRelated TranslationsOther Translations
Biskuit biskwietje; kaakje; kleine kaak biscuit; biscuitje; kaakje; koek; koekje
Gebäck biskwietje; kaakje; kleine kaak biscuit; biscuitje; gebak; gebakje; kaakje; koek; koekje; taart; taartje
Keks biskwietje; kaakje; kleine kaak biscuit; biscuitje; kaakje; koek; koekje
Kuchen biskwietje; kaakje; kleine kaak biscuit; biscuitje; cake; gebak; gebakje; kaakje; koek; koeken; koekje; korstgebak; oud mens; taart; taartje