Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. boerenhuis:


Dutch

Detailed Translations for boerenhuis from Dutch to German

boerenhuis:

boerenhuis [het ~] nomen

  1. het boerenhuis (boerenwoning)
    Bauernhaus; Bauerngehöft
  2. het boerenhuis (stolp; deksel; dop; )
    die Glocke; die Glasglocke; die Käseglocke

Translation Matrix for boerenhuis:

NounRelated TranslationsOther Translations
Bauerngehöft boerenhuis; boerenwoning boerderij; boerenhoeve; boerenhofstede; hoeve
Bauernhaus boerenhuis; boerenwoning boerderij; boerenhoeve; boerenhofstede; hoeve
Glasglocke boerenhuis; deksel; dop; kaasstolp; stolp; stolphuis; stulpkooi glazen klok; glazen stolp
Glocke boerenhuis; deksel; dop; kaasstolp; stolp; stolphuis; stulpkooi bel; schel
Käseglocke boerenhuis; deksel; dop; kaasstolp; stolp; stolphuis; stulpkooi

Related Words for "boerenhuis":