Noun | Related Translations | Other Translations |
Bausch
|
bosje; bundel; schoof
|
dreumes; drol; kort en dik persoon; onderkruipsel; propje
|
Bund
|
bosje; bundel; schoof
|
akkoord; associatie; baal; band; binding; boekdeel; bond; bondgenootschap; broederschap; coalitie; coöperatie; deel; federatie; genootschap; herenkostuum; liga; moot; pact; pak; plak; samenwerkingsverband; sociëteit; tranche; unie; verbond; verdrag; vereniging; volume
|
Busch
|
bosje; bundel; heester; schoof; struik
|
boeket; bos; bos bloemen; bosland; geboomte; jungle; kreupelbos; kreupelhout; oerwoud; rimboe; woud
|
Bündel
|
bosje; bundel; schoof
|
baal; bos; bosjes; bundel; bundels; herenkostuum; moot; pak; plak; schoven; tranche
|
Büschel
|
bosje; bundel; heester; schoof; struik
|
oogst; opbrengst van gewas; pluk; pol; wijnoogst
|
Garbe
|
bosje; bundel; schoof
|
|
Gebüsch
|
bosje; heester; struik
|
kreupelbos; kreupelhout; struiken; struikgewas; struweel
|
Kopf
|
bosje; heester; struik
|
berichtkop; bol; cranium; harses; header; hersenen; hersenpan; hersens; hoofd; hoofd van een mens; hoofdeinde; krop; opeengepakte bladeren; schedel
|
Staude
|
bosje; heester; struik
|
|
Strauch
|
bosje; heester; struik
|
|
Not Specified | Related Translations | Other Translations |
Bündel
|
|
bundel
|