Dutch

Detailed Translations for breedheid from Dutch to German

breedheid:

breedheid [de ~ (v)] nomen

  1. de breedheid (breedte)
    die Breite; die Großzügigkeit
  2. de breedheid (breedgeschouderdheid)
    die Breite; die Breitschulterigheit

Translation Matrix for breedheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
Breite breedgeschouderdheid; breedheid; breedte
Breitschulterigheit breedgeschouderdheid; breedheid
Großzügigkeit breedheid; breedte goedgeefsheid; grootschaligheid; gulheid; mildadigheid; mildheid; royaliteit; ruimhartigheid; scheutigheid; vrijgevigheid

Related Words for "breedheid":


breedheid form of breed:

breed adj

  1. breed (breedgeschouderd)
  2. breed (uit de kluiten gewassen; fors)
  3. breed (wijd)
    – met veel ruimte van zijkant naar zijkant 1
    weit; breit

Translation Matrix for breed:

NounRelated TranslationsOther Translations
- bef
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
- wijd
ModifierRelated TranslationsOther Translations
breit breed; breedgeschouderd; fors; uit de kluiten gewassen; wijd in details; uitgewerkt
breitschultrig breed; breedgeschouderd
kräftig breed; fors; uit de kluiten gewassen betrouwbaar; daadkrachtig; degelijk; deugdelijk; doortastend; drastisch; dynamisch; energiek; erg; fel; ferm; fiks; flink; fors; fysiek sterk; geanimeerd; heftig; hevig; krachtdadig; krachtig; levendig; massief; met een krachtige uitwerking; niet hol; potig; robuust; solide; sterk; stevig; stevig gebouwd; vief; vol fut
robust breed; fors; uit de kluiten gewassen betrouwbaar; degelijk; deugdelijk; ferm; fiks; flink; fors; massief; niet hol; potig; robuust; solide; stabiel; sterk; stevig; stevig gebouwd
stark breed; fors; uit de kluiten gewassen agressief; dapper; dik; dikwijls; erg; fantastisch; fel; ferm; flink; fors; frequent; fysiek sterk; gaaf; geducht; gestreng; gewelddadig; geweldig; gigantisch; grandioos; groots; heftig; heldhaftig; heroïsch; hevig; immens; in details; in hoge mate; kloek; kolossaal; krachtig; lijvig; magnifiek; massief; meermaals; menigmaal; mieters; moedig; niet hol; niet toegevend; onverschrokken; potig; regelmatig; reusachtig; schitterend; stabiel; sterk; stevig; stout; stoutmoedig; streng; tof; uitgewerkt; uitnemend; uitstekend; vaak; veelvuldig; vet; voortreffelijk; zeer groot; zwaar van lijf
weit breed; wijd in details; ruim; uitgewerkt; wijd

Related Words for "breed":


Synonyms for "breed":


Antonyms for "breed":


Related Definitions for "breed":

  1. met veel ruimte van zijkant naar zijkant1
    • deze straat is breed1

Wiktionary Translations for breed:


Cross Translation:
FromToVia
breed breit broad — having a specified width
breed breit; weit wide — having a large physical extent from side to side
breed reichlich; überflüssig; überschüssig; versehen; ausgedehnt; geräumig; weit; breit; umfassend; umfangreich ample — Qui dépasser en largeur et en longueur la mesure ordinaire.
breed breit; reichlich; überflüssig; überschüssig; versehen; ausgedehnt; geräumig; weit; umfassend; umfangreich large — Qualifie un corps considérer dans l’extension qu’il a d’un de ses côtés à l’autre, lorsqu'on parle de sa plus petite longueur, par opposition à long.