Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. dichtknijpen:


Dutch

Detailed Translations for dichtknijpen from Dutch to German

dichtknijpen:

dichtknijpen verb (knijp dicht, knijpt dicht, kneep dicht, knepen dicht, dichtgeknepen)

  1. dichtknijpen
    zudrücken; zukneifen
    • zudrücken verb (drücke zu, drückst zu, drückt zu, drückte zu, drücktet zu, zugedrückt)
    • zukneifen verb

Conjugations for dichtknijpen:

o.t.t.
  1. knijp dicht
  2. knijpt dicht
  3. knijpt dicht
  4. knijpen dicht
  5. knijpen dicht
  6. knijpen dicht
o.v.t.
  1. kneep dicht
  2. kneep dicht
  3. kneep dicht
  4. knepen dicht
  5. knepen dicht
  6. knepen dicht
v.t.t.
  1. heb dichtgeknepen
  2. hebt dichtgeknepen
  3. heeft dichtgeknepen
  4. hebben dichtgeknepen
  5. hebben dichtgeknepen
  6. hebben dichtgeknepen
v.v.t.
  1. had dichtgeknepen
  2. had dichtgeknepen
  3. had dichtgeknepen
  4. hadden dichtgeknepen
  5. hadden dichtgeknepen
  6. hadden dichtgeknepen
o.t.t.t.
  1. zal dichtknijpen
  2. zult dichtknijpen
  3. zal dichtknijpen
  4. zullen dichtknijpen
  5. zullen dichtknijpen
  6. zullen dichtknijpen
o.v.t.t.
  1. zou dichtknijpen
  2. zou dichtknijpen
  3. zou dichtknijpen
  4. zouden dichtknijpen
  5. zouden dichtknijpen
  6. zouden dichtknijpen
diversen
  1. knijp dicht!
  2. knijpt dicht!
  3. dichtgeknepen
  4. dichtknijpend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for dichtknijpen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
zudrücken dichtknijpen
zukneifen dichtknijpen