Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. doeltrap:


Dutch

Detailed Translations for doeltrap from Dutch to German

doeltrap:

doeltrap [de ~ (m)] nomen

  1. de doeltrap
    Tor; der Anstoß; der Abstoß

Translation Matrix for doeltrap:

NounRelated TranslationsOther Translations
Abstoß doeltrap aftrap; uittrap
Anstoß doeltrap aanmoediging; aansporing; aanzet; animering; duw; duwtje; impuls; initiatief; luim; opwekking; opwelling; por; prikkel; stimulans; stimulering; stoot; stootje; zet
Tor doeltrap achterlijke; doelpunt; dolleman; dommerik; dwaas; geesteszieke; gek; goal; grote deur; hofnar; idioot; imbeciel; krankzinnige; mallerd; malloot; nar; onbenul; onnozelaar; onnozele kerel; pias; poort; simpele ziel; toegangspoort; treffer; waanzinnige; zot; zottin

Related Words for "doeltrap":

  • doeltrappen