Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. dotten:
  2. dot:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for dotten from Dutch to German

dotten:

dotten [de ~] nomen, plural

  1. de dotten
    die Knäuel

Translation Matrix for dotten:

NounRelated TranslationsOther Translations
Knäuel dotten haarknot; kluwen; knoedel; knoedeltje; knoet; knot; knotje; streng garen; vlecht; wrong

Related Words for "dotten":


dotten form of dot:

dot [de ~] nomen

  1. de dot (schattig kind; schatje; scheetje; poepje; liefje)

Translation Matrix for dot:

NounRelated TranslationsOther Translations
entzückende Kind dot; liefje; poepje; schatje; schattig kind; scheetje
niedliche Kind dot; liefje; poepje; schatje; schattig kind; scheetje
süße Kind dot; liefje; poepje; schatje; schattig kind; scheetje

Related Words for "dot":


Wiktionary Translations for dot:

dot
noun
  1. een pluk vezelig, wollig of donzig materiaal
  2. (meestal als verkleinwoord) iets kleins en liefs