Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. duiten:
  2. duit:


Dutch

Detailed Translations for duiten from Dutch to German

duiten:

duiten [de ~] nomen, plural

  1. de duiten (geldstukken; centen)
    der Cente; die Kohle; die Knete; die Mûnze; kleines Geld; Geld; die Gelder

Translation Matrix for duiten:

NounRelated TranslationsOther Translations
Cente centen; duiten; geldstukken
Geld centen; duiten; geldstukken financiële middelen; fortuin; geld; geldmiddelen; grote som geld; kapitaal; munt; muntstuk; poen; valuta
Gelder centen; duiten; geldstukken belangrijkste geldbedrag; financiële middelen; geldmiddelen; hoofdsom; kapitaal
Knete centen; duiten; geldstukken geld; poen
Kohle centen; duiten; geldstukken houtbriket; houtskool; kool; steenkool
Mûnze centen; duiten; geldstukken
kleines Geld centen; duiten; geldstukken

Related Words for "duiten":


duiten form of duit:

duit [de ~] nomen

  1. de duit
    der Heller; der Deut

Translation Matrix for duit:

NounRelated TranslationsOther Translations
Deut duit zier
Heller duit

Related Words for "duit":