Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. farce:


Dutch

Detailed Translations for farce from Dutch to German

farce:

farce [de ~] nomen

  1. de farce (dwaze vertoning; klucht)
    die Posse; die Farce
  2. de farce (schertsvertoning)
    die Farce; die Täuschung

Translation Matrix for farce:

NounRelated TranslationsOther Translations
Farce dwaze vertoning; farce; klucht; schertsvertoning
Posse dwaze vertoning; farce; klucht
Täuschung farce; schertsvertoning anamorfose; bedrog; camouflage; chimère; drogbeeld; droombeeld; fata morgana; fopperij; gezichtsbedrog; hersenschim; illusie; leugen; luchtspiegeling; misleiding; onechtheid; onwaarheid; oplichterij; schijnbeeld; valsheid; versluiering; waan; zwendel
- schijnvertoning

Related Words for "farce":

  • farcen, farces

Synonyms for "farce":


Related Definitions for "farce":

  1. het lijkt iets, maar het blijkt niets te zijn1
    • de diplomering was een farce1