Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. fenomeen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for fenomeen from Dutch to German

fenomeen:

fenomeen [het ~] nomen

  1. het fenomeen (verschijnsel)
    Phänomen; Symptom; die Erscheinung; Anzeichen

Translation Matrix for fenomeen:

NounRelated TranslationsOther Translations
Anzeichen fenomeen; verschijnsel aankondiger; aanwijzing; symptoom; voorbode; voorloper; voorteken; ziektesymptoom
Erscheinung fenomeen; verschijnsel aangezicht; aanzien; allure; buitenkant; figuur; gedaante; gelaat; gestalte; iemand zijn uiterlijk; lichaamslijn; lichaamspostuur; postuur; silhouet; type; uiterlijk; verschijnen; verschijning; verschijningsvorm; vertoon; voorkomen; vorm
Phänomen fenomeen; verschijnsel
Symptom fenomeen; verschijnsel symptoom; ziektesymptoom

Related Words for "fenomeen":

  • fenomenen, fenomeentje, fenomeentjes

Wiktionary Translations for fenomeen:


Cross Translation:
FromToVia
fenomeen Phänomen phenomenon — observable fact or occurrence
fenomeen Phänomen phenomenon — unusual, curious, or astonishing fact or event
fenomeen Phänomen; Naturerscheinung phénomèneélément matériel d’un fait empirique, d’une expérience observable, d’un évènement remarquable qui peut être l'objet d'expérience.